Prachtboeken volgens Govert

Govert in de laatste Bode
In 1997 schreef Don DeLillo Onderwereld, een dik boek dat begint met een openingsscène van meer dan 50 pagina’s in een vol honkbalstadion in 1951. Die scène was zo fantastisch meeslepend, dat de rest van het boek alleen nog maar kón tegenvallen. En dat deed het dan ook.
Nog een openingsscène die het vervolg overbodig maakte: de film Snake Eyes (1998) van Brian De Palma begint met een onafgebroken shot van meer 12 minuten in een volle boksarena waar een moord wordt gepleegd. De rest van de film? Vergeten.

Voor de zomer kwam eindelijk het nieuwe boek van David Mitchell uit. Ik wil het niet met u hebben over die onmogelijk lelijke titel van de Nederlandse vertaling, ik wil het weer met u hebben over de openingsscène. Mitchell schreef voor
De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet een opening die mij deed kronkelen van afschuw en genot. Met een geweldig oog voor detail beschrijft Mitchell een geboorte in het zeventiende-eeuwse Japan. Hij weet van die scène een mengeling te maken van de meest schitterende poëzie en het meest afstotelijke dat reality tv ons te bieden heeft.
Tegelijk afstotelijk én aantrekkelijk. Realisme én magie. Hoofd én hart. Dat is het werk van David Mitchell voor mij. Zijn werk neemt mij mee tot onder de huid van de personages. De uitwerking daarvan is op mij zo sterk, dat ik dit boek een paar dagen heb weggelegd toen ik tijdens het lezen letterlijk ziek dreigde te worden tezamen met Jacob de Zoet.
Mitchell verleidt mij om volledig in zijn boeken te verdwijnen. En als een boek uit is, staat hij mij toe mijn eigen wereld weer in te gaan. Een beetje veranderd, dat wel, want als ik Mitchell lees, geef ik voor heel even mijn eigen werkelijkheid op voor de zijne. En dat is niet mogelijk zonder een beetje van die werkelijkheid op te offeren.
Het is vreemd, dat dat zo werkt, want in zijn schrijven houdt hij afstand, is klinisch precies en akelig onberoerd in zijn tekening van het meest afschuwelijke. Maar tegelijk raakt hij, via een magische omweg, het hart van zijn personages en daarmee van mij, zijn lezer.

Ik ben David Mitchell dankbaar voor
De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet, een boek dat kan wat Onderwereld en Snake Eyes niet konden: uitstijgen boven zijn geniale openingsscène.

Govert in de vorige Bode
Welke boeken gingen door mijn handen, de laatste tijd? Vooral toneel en non-fictie, niet echt de specialiteit van onze favoriete boekhandel. Maar dat geeft niets.
Ik wil het met u hebben over
Hoe Starbucks mijn redding werd van Michael Gates Gill. Het ogenschijnlijk ongelooflijke verhaal van een directeur van één van de grootste reclamebureau’s van Amerika die na 25 jaar trouwe dienst wordt ontslagen. Enkele jaren daarna is hij blut en gaat hij op zijn 63ste werken als koffieschenker bij Starbucks. (Starbucks is de koffieketen waarvan de Coffee Company het concept heeft afgekeken.)
Klinkt als een lekker Amerikaans verhaal, met veel lijden, een weg vol verraderlijke kuilen en harde lessen met aan het eind een stralend inzicht. Toch? Helaas heeft Gill in zijn 25 jaar in de reclame niet leren relativeren, hij heeft niet geleerd hoe je een verhaal opbouwt en hij heeft niets geleerd over schrijfstijl. Zijn teksten over het bedrijf Starbucks neigen naar godsverering: het is onsmakelijk en potsierlijk om te lezen. Zijn stijl is zo abominabel dat Pascal Mercier (u weet wel, van De nachttrein naar Lissabon) naast hem een literair wonderkind lijkt.
Dit alles resulteert in een boek waarvan ik betwijfel of het zo waar gebeurd is als men suggereert. Het lijkt eerder een onorthodoxe reclametruc van een groot bedrijf. En men krijgt de consument zo ver dat hij betaalt om die reclame tot zich te nemen! Het moet toch niet gekker worden. Tip: KOOP DIT BOEK NIET!

Gelukkig wordt
Carter klopt de duivel opgeruimd door de Bezige Bij. U kunt dit boek voor € 4.- bij de Slegte bemachtigen! Laat die kans niet voorbij gaan.

Ik begrijp trouwens dat de mooiste boekhandel van de wereld in Maastricht staat! (Zegt The Guardian.) Voor wie er nog niet geweest is: Selexyz Dominicanen is gevestigd in een voormalige kerk, het ziet er daar inderdaad prachtig uit en ik loop er graag af en toe binnen, nu ik iedere week in Maastricht moet zijn. Maar ik heb er nog nooit een boek gekocht, en daar is ook een reden voor. Voor een goed boek ga ik in Maastricht liever naar boekhandel De Tribune – de Boekhandel Schimmelpennink van Maastricht, zal ik maar zeggen.



Govert in de herfstBode
Waarom behoort het ene boek tot het domein van de literatuur en het andere niet? Dat is een vraag waarmee ik bij het samenstellen van mijn boekenlijst op de middelbare school werd geconfronteerd. Gelukkig was er toen een lerares die dat voor mij bepaalde, en hoefde ik over het waarom niet zo lang na te denken. Later, tijdens mijn studie, kwam de vraag nog weleens voorbij, maar wij, studenten Nederlands, kwamen er nooit echt aan toe hem te beantwoorden. Waarschijnlijk omdat we ons alleen maar wensten bezig te houden met Echte Literatuur, en wat daar niet in paste of leek te passen lieten wij onaangeroerd in de kast staan: zonde van de tijd.
In de afgelopen weken las ik achtereenvolgens de bestseller van
Kluun: Komt een vrouw bij de dokter en Kalme chaos, een boek van een schrijver van wie ik nog nooit gehoord had maar die een groot lezerspubliek blijkt te hebben: Sandro Veronesi. (“Je kan niet alles weten,” hoor ik de boekhandelaar af en toe tegen een klant zeggen die met een onmogelijke vraag komt, en zo is ’t maar net.)
De aloude kwestie die ik hierboven beschreef, werd door deze twee boeken weer in mij wakker geroepen: beide boeken gaan over een man die zijn vrouw verliest en alleen achterblijft met zijn dochtertje, beide boeken gaan over de beleving van rouw en over de onwerkelijke confrontatie met een buitenwereld die meeleeft maar toch vooral verder moet.
Dus: twee keer hetzelfde boek? Nee, integendeel, natuurlijk niet, dat weet iedereen die boeken leest. Het gaat nooit alleen om het verhaal, het gaat altijd ook om het hoe van dat verhaal: de stijl, de woordkeus, de keus wat wel te beschrijven en wat niet, de mysteries die worden uitgesproken of juist bedekt. Pas op, dat alles bepaalt niet de kwaliteit die het boek heeft, maar het bepaalt wel het literaire gehalte ervan. Ik vind dat Komt een vrouw bij de dokter absoluut kwaliteiten heeft, als een blik in de leefwereld van een doodzieke vrouw en haar omgeving. Daarin is het verhelderend en soms zeer ontroerend. Het is alleen op geen enkele manier literair. Alles in het boek wordt uitgesproken en uitgelegd, niets blijft verzwegen, de taal is journalistiek op een joviale manier, het boek wil je vriend zijn. Aan een zelfhulpboek moet je ook geen literaire eisen stellen, dus dat is prima.
Kalme chaos is literatuur, en het duurde dan ook even voor ik het veroverd had. De hoofdpersoon, Pietro, verbaast zich erover dat hij zich zo goed voelt na de dood van zijn vrouw. Hij verwacht lijden, en hij krijgt rust. Dat die rust niet zomaar rust is, is wel voelbaar, maar wordt nergens uitgesproken. Pas in de laatste regels van dit prachtige boek wordt de omvang van zijn lijden volledig zichtbaar, en dat is van een aangrijpende schoonheid.

Oom Wanja
Preussler
Een heerlijk (kinder)boek dat het aloude gegeven van 'krantenjongen tot miljonair' op een erg orginele manier uitwerkt.

Black Swan Green (Dertien)
van David Mitchel

Van een hartverscheurende schoonheid

Carter klopt de duivel
Glen David Gold

Geweldige avonturenroman in de beste
Amerikaanse traditie

Revolutionary Road
Yates

Een roman die schuurt en schrijnt

Het Martyrium
Elias Canetti

Is dit het beste boek allertijden?

Achteraf
Karel van 't Reve

Van de beste Nederlandse schrijver die
we hadden, hebben en zullen hebben.
Helaas overleden.